Elke dag denk ik: verdorie, dat zou iets goed zijn voor op mijn blog. De dagen dat ik dan effectief kan bloggen ben ik dat allemaal weer vergeten. Ik weet het, ik weet het, ik moet een boekje bij mij hebben en een potlood achter beider oren om mijn fantastische ingevingen te noteren. Maar ik speel die dingen steevast kwijt. Mijn oren zijn niet potloodvast en mijn boekjes lijken niet van mij te houden en mij te verlaten als een ontrouwe zwerfkat elke keer ik er de oplossing voor wereldvrede in heb genoteerd (die ik dan een minuut later weer ben vergeten). Ik vergeet alles (ik steek het op mijn vleesvrij bestaan, hersenen hebben vlees nodig om te onthouden) zeker als ik wat wijn heb gedronken, of mijn buikje rond is van heerlijk eten. Op het menu deze avond: artisjok en avocado sla en griekse pizza en een drankje dat smaakte naar vervallen hoestsiroop uit de jaren '20. Toen ik dat aan de kelner zei is ze mij iets anders komen brengen uit medelijden. Mijn smikkel moet boekdelen gesproken hebben, haha. Lekker eten is zo vermoeiend dat ik extra vroeg in mijn bed lig. Het is half negen en ik ben uitgeput en verzadigd, maar dit moet gebeuren. Ik heb veel te veel te vertellen... Nu moet ik alleen nog weten wat.
Na drie weken zwaar werk in twee universiteiten in Melbourne en een in Wollongong heb ik nu een week paasvakantie. Ik kan het gebruiken om te herbronnen, want het werk is moordend en als ik minder dan 14 uur per dag werk is het een kalme dag geweest. Ik ga niet te diep in detail gaan over het hoe en het wat want het is vakantie, maar ik kan wel zeggen dat ik er nachtmerries aan overhoud en ook dat ik blij zal zijn wanneer het binnen drie weken allemaal achter de rug is. Volgende week is UNSW aan de beurt. Een univ in Sydney met een eigen postcode. Zeer imposant, een beetje eng, zelfs, het doet mij denken aan het communisme, vraag mij niet waarom, maar mijn lijden leidt allemaal tot ongelooflijke dingen en dat moet ik steeds in het achterhoofd houden. De organisatie wil dat ik voor hen blijf werken in de toekomst. Eind juni vertrekt er een "missie" voor drie weken naar Cambodia en ik ben gevraagd het mee te leiden. Uiteraard heb ik ja gezegd, het is een ongelooflijke kans en blijkbaar wordt er zeer weinig lactose gebruikt in Cambodiaanse keuken. Daarvoor ga ik met de bazen samenzitten om te brainstormen over verdere groeimogelijkheden en contacten met universiteiten. Ergo... Ik ben niet VOOR eind juli terug thuis en mogelijk ook niet NA eind juli. Ik heb het gevoel mijn stam te hebben gevonden. De laatste weken ben ik tot het besef gekomen dat ik een nomaad ben, hoewel ik meer van yesmaad houd, en dat ik mogelijk gemaakt ben om te zwerven, maar nu heb ik medezwervers gevonden en zij leiden het leven dat mij ideaal lijkt, zeker nu. Geen sedentair leven dus voor mij de komende maanden, ik heb altijd geweten dat ik eigenlijk een prehistorisch exemplaar ben!
Hoe het ook allemaal zal uitdraaien, ik probeer niet teveel op de zaken vooruit te lopen. Momenteel lig ik in een goed bedje in Braidwood, een éénstratig gehucht tusen Canberra en de kust. Ik ben altijd blij wanneer ik eenstratige gehuchten tegenkom aangezien ze een welkome verandering vormen aan de nietsheid tussen die gehuchten. Er is zoveel noetheid in dit land, zoveel plaats, ik kan het nog steeds niet vatten.
Vandaag was ik in Canberra, een stad die 100 jaar geleden is gebouwd en met het spreekwoordelijke been is gaan lopen. Zowel Sydney als Melbourne vond dat ze het recht had de hoofdstad te zijn, en aangezien Australiërs te laid back (aka lazy) zijn om er volledig voor te gaan, heeft geen van beide steden er alles aan gedaan om de titel in de wacht te slepen en is het politiek hart van Australië een geprefabriceerde stad op maat gemaakt voor ambtenaren. Ik heb er ook een boete in de wacht gesleept, maar ik had niet anders verwacht en zal deze rare stad waar geen mensen zijn op een weekdag, omdat ze allemaal niets zijn aan het doen aan hun bureau, mee sponsoren. Ik denk echter niet dat ik ze ooit nog zal verblijden met een bezoek, tenzij er een goede tentoonstelling loopt, zoals de Toulouse Lautrec expo die ik ben gaan belijken. Toch ook een specialleke! Maar ik houd van speciallekes.
Morgen rijd ik terug naar Minnamurra, mijn tijdelijke stek, langs de mooie stranden en hoop ik dolfijnen tegen te komen in Jervis Bay (wit zand en helder blauw water, en zoals mijn kapper van deze middag wist te vertellen teveel ellendige kangoeroes en irritante papegaaien, bring it on!). Verwend zijn ze hier. Ik hoop alleen dat het niet regent, maar zolang het niet sneeuwt mag ik niet klagen. Het is dagelijks nog een aangename 25 graden en het ziet ernaaruit dat dat nog wel even zal blijven duren, ook al ben ik stilaan dikkere truien aan het inslaan, want de winter is niet ver weg meer en zodra Europa beslist wat te delen zal ik ze meer dan nodig hebben, maar opnieuw moet ik niet op de feiten vooruit lopen! Ha! Enfin ik ga u verlaten. Ik wil nog wat niets doen voor ik ga slapen en morgen nog wat ga nietsdoen. Hopelijk laat de volgende blog niet zolang op zich wachten en kan ik jullie snel weer updaten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten