donderdag 18 april 2013

A series of fortunate events


Ik had het reeds aangekondigd... Ik zou nog eens bloggen na een onwaarschijnlijk bizarre dag. Die dag is intussen eergisteren en ik heb eindelijk wat tijd om er rustig bij te gaan zitten/ liggen (ik ben OP aangezien ik elke ochtend om half vijf wakker wordt om een of andere ACHTERLIJKE reden).
Deze week was mijn eerste recruteringsweek helemaal alleen. Tot nu toe namen Tanner, mijn collega die een beetje op Kiekeboe met een bril lijkt, en ik steeds samen de universiteiten voor onze rekening. Deze week was dus mijn eerste solovlucht. Heel eng, maar de universiteit van Canberra is een heel liberale en kleine unif met een aangename en open sfeer. Het enige probleem is dat de school de stad weerspiegelt: het heeft alles wat een goede unif nodig heeft, maar er zijn geen mensen. Alle lessen worden gestreamd en zijn dus vanaf thuis te volgen. Resultaat: aula's die voor 10 procent gevuld zijn. Zeer frustrerend voor iemand als ik die teert op direct contact met studenten.
Enfin dinsdagnamiddag wil ik een grote aula binnengaan om nog eens mijn reclamestuntje op te voeren voor de vrijwilligersprogramma's die we aanbieden en ik beslis om het niet te doen wanneer ik zie dat er 15 leerlingen aanwezig zijn en de professor 100 jaar is. Terwijl ik dan in de gang ben aan het ijsberen en mij druk maak over die weinige studenten hier zegt een stemmetje in mij dat ik een snob ben en dat ik alle kansen moet grijpen om mijn best te doen. Ik besluit dus de aula weer binnen te gaan en vraag aan de professor of ik even mag spreken. Ik zie dat ze een geschiedenis powerpoint opent en ik vraag haar welk vak ze geeft. We raken aan de praat en het moment dat ze verneemt dat ik OOK archeologe ben en in Syrië heb opgegraven klamt ze mij vast en vraagt ze of ik met haar wil lunchen en de volgende dag in haar drie lessen wil komen spreken. Aangezien mijn ander werk niet echt super vlot, besluit ik op AL haar uitnodigingen in te gaan en wat te netwerken, want... ze is ceramologe in Cambodia en dat is wel een leuke connectie om te hebben, zowel voor mij als voor mijn organisatie. Plus ze zal er opgraven wanneer ik er ook ben in juli... 
Ze kondigt mij aan als haar nieuwe beste vriendin, ik doe mijn reclamestunt en volg de rest van de les mee. Een bizarre dag dus die een perfect voorbeeld is van waarom dat stemmetje niet altijd genegeerd mag worden en je soms gewoon een klein beetje moeite moet doen. Maar het verhaal is nog niet gedaan...
De volgende dag lunchen mijn nieuwe beste vriendin en ik samen en babbelen we over onze levens. Zij vindt het mijne bangelijk, ik het hare. Vervolgens gaan we naar haar bureau en download ik de foto's en powerpoints die fantastische vriendinnen mij nog laat in de avond doormailden en geef ik een geïmproviseerd relaas van mijn ervaringen in Syrië, het ene al theatraler dan het andere. Ik denk dat ik een aantal studenten heb geconverteerd naar de archeologie, ik ben dan ook een Lara Croft van vlees en bloed (of dat maak ik mezelf althans wijs) en iedereen wil mij zijn, haha. Ook ben ik tussen de soep en de patatten aan de praat geraakt met een andere prof uit Engeland die fantastische verhalen te vertellen heeft over zijn ervaringen als archeoloog/conservator in Antarctica. SAY WHAAAAATTTTT? Ik hing aan zijn lippen en ben er zeker van dat ik groen zag. Het was misschien niet helemaal wat in mijn jobbeschrijving staat van EDventure, maar soms moet men buiten de lijntjes kleuren om aan kunst te doen (ik denk dat ik net weer een nieuwe metafoor heb uitgevonden). Dus ook woensdag was ik een tevreden lammetje en had ik het gevoel iets goeds gedaan te hebben.
Vandaag, donderdag, middenin mijn vergaderingen met studenten (donderdag geef ik de studenten meer info over de vrijwilligersprogramma's, dat vind ik kei leuk) komt die Brit plots binnengestormd en vraagt of hij mij even kan spreken in verband met een jobaanbieding. Ik bied hem aan te gaan zitten en te wachten tot ik mijn uitleg aan de studenten heb gedaan. Uiteraard hebben al die studenten plots kei veel vragen en heb ik maar vijf minuten tijdens deze en de volgende vergadering om de Brit te ontvangen... en... de Brit stottert. Geen probleem, maar wel als het plots net iets sneller moet gaan en ik eigenlijk aan het werk ben en er studenten rondom mij zitten die mij aanstaren en zich afvragen hoe ik deze situatie ga aanpakken. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, hij biedt mij aan drie dagen in Sydney archeologen in spe op te leiden. Ik moet ze inwijden in de fotografie, archeologisch tekenen en gps genruik. Toevallig drie dingen waar ik bitter weinig of zelfs niets van weet, aangezien ik een bureauarcheoloog ben en dus meestal nadenk en verhaaltjes verzin over hoe het in het verleden zou kunnen zijn geweest. Maar uiteraard zeg ik volmondig JA! Het past precies tussen mijn laatste recruteringsweek (volgende week in Newcastle) en mijn terugkeer naar Melbourne begin mei. En terwijl ik daar zit, met de Brit en de studenten kan ik er maar niet van over hoe deze gebeurtenissen mij bijna allemaal ontglipt waren en dat ik mij ervan bewust ben! Dus... Vergeet het niet! Doe je best en het universum doet de rest! Of om the in de woorden van Macklemore te zeggen: THIS IS FUCKING AWESOME! 

zaterdag 13 april 2013

Nog even lijden, dan pas leiden

Gegroet gij allen! Ik schrijf deze keer vanuit Canberra, de meest zielloze stad ter wereld. Maar eigenlijk voel ik mij hier goed. Het heeft alles wat een stad moet hebben, behalve de massa en met mijn pseudopleinvrees vind ik dat wel ok.
Oorspronkelijk gingen we twee weken in Sydney blijven om aan twee universiteiten ons product voor te stellen, maar op het allerlaatste moment zijn de bazen van gedacht veranderd en moesten we halsoverkop naar Canberra omdat we daar mogelijk meer succes zullen boeken. Ik voel mij een marionnet, of een personage uit Being John Malcovich. Ik heb de touwtjes meer niet zelf in handen. Als ik iets plan moet het met een afzegclausule gebeuren en de vrijheid waar ik zo achter sta is momenteel volledig verdwenen, het is moeilijk om die af te geven, maar dat is een luxeprobleem, denk ik. Ik ben van niets meer de baas, enkel van mijn stiltes, maar dan moet ik naar mijn snotopsnuivende of smakkende Amerikaanse collega luisteren en ik kan geen rochel meer horen. BUITENGEWOON WILD word ik ervan. Op de tippen van mijn tenen loop ik en ik moet alles uit de kast halen om vriendelijk te blijven terwijl ik gewoon 96 uur in een grot in de Himalaya wil doorbrengen. Ik ben het dus even beu steeds mensen rondom mij te hebben. Gelukkig is het nog maar voor anderhalve week. Moet ik nog voor twee universitetien alles uit de kast halen, lachen, zot doen, marktkramer spelen en hopen dat het aanslaat. Ik vind het vreselijk. Het is zeer bizar, want ik sta wel degelijk achter wat ze aanbieden, enkel niet achter de aanpak om het aan de man en vrouw te brengen. Ze hebben gevraagd om er nog een week aan te breien, maar ik denk dat ik nog liever een week op een Chinese wegwc zit dan dit te moeten doen. Elk klein celletje vecht tegen wat ik nu moet doen. Gelukkig krijg ik wat werk vanuit M in Leuven en kan ik zo mijn gedachten wat verzetten en creatief breinwerk doen, want het is overduidelijk... Ik ben eerder een denker dan een doener. Mijn archeologisch verleden bevestigt dat. Waar ik graaf zit nooit iets behalve zand, maar als ik erover begin na te denken zie ik heeldere culturen tot leven komen en boek ik meer succes.
Ik tel af tot 25 april, doe gerust mee! Daarna krijg ik hopelijk een denkjob en dan naar Cambodja om de vrijwilligers te begeleiden en les te geven aan mensen voor wie onderwijs niet vanzelfsprekend is. Ik kijk er enorm naar uit. Eind juli wil ik terug thuis zijn, maar de organisatie wil dat ik terug naar hier kom om voor hen te werken. Het ziet ernaaruit dat ik eens goed zal moeten nadenken...
En daar? Alles ok? Moet er nog sneeuw zijn?

dinsdag 2 april 2013

Het zware leven van een yesmaad.

Elke dag denk ik: verdorie, dat zou iets goed zijn voor op mijn blog. De dagen dat ik dan effectief kan bloggen ben ik dat allemaal weer vergeten. Ik weet het, ik weet het, ik moet een boekje bij mij hebben en een potlood achter beider oren om mijn fantastische ingevingen te noteren. Maar ik speel die dingen steevast kwijt. Mijn oren zijn niet potloodvast en mijn boekjes lijken niet van mij te houden en mij te verlaten als een ontrouwe zwerfkat elke keer ik er de oplossing voor wereldvrede in heb genoteerd (die ik dan een minuut later weer ben vergeten). Ik vergeet alles (ik steek het op mijn vleesvrij bestaan, hersenen hebben vlees nodig om te onthouden) zeker als ik wat wijn heb gedronken, of mijn buikje rond is van heerlijk eten. Op het menu deze avond: artisjok en avocado sla en griekse pizza en een drankje dat smaakte naar vervallen hoestsiroop uit de jaren '20. Toen ik dat aan de kelner zei is ze mij iets anders komen brengen uit medelijden. Mijn smikkel moet boekdelen gesproken hebben, haha. Lekker eten is zo vermoeiend dat ik extra vroeg in mijn bed lig. Het is half negen en ik ben uitgeput en verzadigd, maar dit moet gebeuren. Ik heb veel te veel te vertellen... Nu moet ik alleen nog weten wat.
Na drie weken zwaar werk in twee universiteiten in Melbourne en een in Wollongong heb ik nu een week paasvakantie. Ik kan het gebruiken om te herbronnen, want het werk is moordend en als ik minder dan 14 uur per dag werk is het een kalme dag geweest. Ik ga niet te diep in detail gaan over het hoe en het wat want het is vakantie, maar ik kan wel zeggen dat ik er nachtmerries aan overhoud en ook dat ik blij zal zijn wanneer het binnen drie weken allemaal achter de rug is. Volgende week is UNSW aan de beurt. Een univ in Sydney met een eigen postcode. Zeer imposant, een beetje eng, zelfs, het doet mij denken aan het communisme, vraag mij niet waarom, maar mijn lijden leidt allemaal tot ongelooflijke dingen en dat moet ik steeds in het achterhoofd houden. De organisatie wil dat ik voor hen blijf werken in de toekomst. Eind juni vertrekt er een "missie" voor drie weken naar Cambodia en ik ben gevraagd het mee te leiden. Uiteraard heb ik ja gezegd, het is een ongelooflijke kans en blijkbaar wordt er zeer weinig lactose gebruikt in Cambodiaanse keuken. Daarvoor ga ik met de bazen samenzitten om te brainstormen over verdere groeimogelijkheden en contacten met universiteiten. Ergo... Ik ben niet VOOR eind juli terug thuis en mogelijk ook niet NA eind juli. Ik heb het gevoel mijn stam te hebben gevonden. De laatste weken ben ik tot het besef gekomen dat ik een nomaad ben, hoewel ik meer van yesmaad houd, en dat ik mogelijk gemaakt ben om te zwerven, maar nu heb ik medezwervers gevonden en zij leiden het leven dat mij ideaal lijkt, zeker nu. Geen sedentair leven dus voor mij de komende maanden, ik heb altijd geweten dat ik eigenlijk een prehistorisch exemplaar ben!
Hoe het ook allemaal zal uitdraaien, ik probeer niet teveel op de zaken vooruit te lopen. Momenteel lig ik in een goed bedje in Braidwood, een éénstratig gehucht tusen Canberra en de kust. Ik ben altijd blij wanneer ik eenstratige gehuchten tegenkom aangezien ze een welkome verandering vormen aan de nietsheid tussen die gehuchten. Er is zoveel noetheid in dit land, zoveel plaats, ik kan het nog steeds niet vatten.
Vandaag was ik in Canberra, een stad die 100 jaar geleden is gebouwd en met het spreekwoordelijke been is gaan lopen. Zowel Sydney als Melbourne vond dat ze het recht had de hoofdstad te zijn, en aangezien Australiërs te laid back (aka lazy) zijn om er volledig voor te gaan, heeft geen van beide steden er alles aan gedaan om de titel in de wacht te slepen en is het politiek hart van Australië een geprefabriceerde stad op maat gemaakt voor ambtenaren. Ik heb er ook een boete in de wacht gesleept, maar ik had niet anders verwacht en zal deze rare stad waar geen mensen zijn op een weekdag, omdat ze allemaal niets zijn aan het doen aan hun bureau, mee sponsoren. Ik denk echter niet dat ik ze ooit nog zal verblijden met een bezoek, tenzij er een goede tentoonstelling loopt, zoals de Toulouse Lautrec expo die ik ben gaan belijken. Toch ook een specialleke! Maar ik houd van speciallekes.
Morgen rijd ik terug naar Minnamurra, mijn tijdelijke stek, langs de mooie stranden en hoop ik dolfijnen tegen te komen in Jervis Bay (wit zand en helder blauw water, en zoals mijn kapper van deze middag wist te vertellen teveel ellendige kangoeroes en irritante papegaaien, bring it on!). Verwend zijn ze hier. Ik hoop alleen dat het niet regent, maar zolang het niet sneeuwt mag ik niet klagen. Het is dagelijks nog een aangename 25 graden en het ziet ernaaruit dat dat nog wel even zal blijven duren, ook al ben ik stilaan dikkere truien aan het inslaan, want de winter is niet ver weg meer en zodra Europa beslist wat te delen zal ik ze meer dan nodig hebben, maar opnieuw moet ik niet op de feiten vooruit lopen! Ha! Enfin ik ga u verlaten. Ik wil nog wat niets doen voor ik ga slapen en morgen nog wat ga nietsdoen. Hopelijk laat de volgende blog niet zolang op zich wachten en kan ik jullie snel weer updaten

zaterdag 9 maart 2013

Een nieuw leven


Eerst en vooral wil ik mij verontschuldigen bij iedereen aan wie ik had beloofd dit weekend een mailtje te sturen. Dat is niet gebeurd, sorry, SORRY! Het is nu 15:30, lokale tijd en ik lig in bed, klaar om 12 uur te slapen. Maar niet voor ik mijn blog heb geupdate, anders komt het er niet van. Alle rare zinnen, schrijffouten en onlogica wijt ik aan oververmoeidheid en wel om de volgende reden...
Ik ben sinds 7 dagen weer aan het werk, dat is nogal een aanpassing na maanden niets doen, plus het is iets helemaal anders dan ik gewend ben en we zijn gedrild tijdens de vijfdaagse training. Ik werk de komende zeven weken voor een organisatie die vrijwilligerswerk in het buitenland organiseert. Google allemaal EDventure International en wordt er vrienden van op Facebook want het is BANGELIJK! Word ook allemaal mijn nieuwe facebook vriend onder Anne-Sophie EDventure en dan zien jullie wat ik allemaal doe!

Training was onwerkelijk. Plots acht nieuwe mensen leren kennen, enorm veel nieuwe informatie krijgen en nieuwe technieken leren om de job goed te kunnen doen. Het is een klein, hecht bedrijf en de medewerkers zijn stuk voor stuk uit hetzelfde hout als ikzelf gesneden. Mensen met een enorme levenslust, onderwijservaring, passie en een nomadisch trekje. Jamie en Christy zijn de oprichters, Chris een vaste medewerker en de liefste Australiër ter wereld, samen met Jamie, James een heerlijke Amerikaan die acht jaar voor Disney werkte, voor het grootste deel als Woody in de Disney shows en een entertainer die de TV onnodig maakt, Tanner uit de VS met een snor om U tegen te zeggen, Rachel en Rachael uit Engeland met Jamie Oliver accenten, Hollie en Ollie sluiten het rijtje af en nu weet ik niet of dat er acht of negen zijn, maar het kan mij niet veel schelen.
Vijf dagen zaten we vlakbij Wilsons Promontory buiten het bereik van iedere vorm van communicatie om het beste van onszelf te kunnen geven. Het was moordend die eerste dagen, maar naarmate de tijd vorderde werd het tempo minder zwaar en de materie meer en meer gekend. Donderdag kregen we dan te horen dat we allemaal in Melbourne zouden beginnen in groepjes van twee op campussen om het programma aan de studenten bekend te maken. De komende twee weken ga ik met Tanner aan de slag. Het was een ware hel om binnen ons budget accommodatie te vinden in Melbourne omdat er vanalles aan de gang is in deze stad, lang weekend nu, Grand Prix volgende week en prijzen die de pan uitswingen. Na LANG zoeken kregen we gisteren dan uiteindelijk een positief antwoord van een familie die kamers uithuurde onder het mom van Bed and Breakfast. Dolgelukkig heb ik het vastgelegd voor twee weken, maar om een of andere reden werkte mijn credit card niet. Een goddelijke interventie noem ik het, dankzij al mijn religieuze activiteiten de week ervoor, daarvan ben ik zeker. 
We kwamen aan in een huis dat smerig was, waar twee jongetjes voor de TV zaten geplakt en geen woord te zeggen hadden. De vader was een vriendelijke huisjesmelker en stonk. Hij liet ons onze kamer zien met twee bedden, zonder lakens, geen raam, tenzij een dat op de living uitgaf en snikheet. Een vuile badkamer, nergens wc papier te bekennen en overal lawaai. Toen ik hem om lakens vroeg bekeek hij mij met een lege blik en zei hij dat hij die niet kon geven omdat hij niet wist waar ik allemaal heb gezeten... In mijn hoofd zei ik hem dat het eerder andersom van toepassing was... Ik wilde zijn lakens al niet meer. Dus ik heb mijn yogamat maar op het bed gelegd en gelukkig had ik mijn slaapzaklaken bij mij. Hoewel ik dat niet nodig had omdat het zo heet was. Bikram slapen heb ik gedaan. Toen ik hem later het wifi paswoord ging vragen stond hij bij de vuile jacuzzi met geel, groen water zijn pens te scheren. Een zuchtje wind in mijn richting en mijn plakkerige zweet zorgden ervoor dat ik er als een yakhals uitzag. Het was walgelijk. Ik krijg er nog kriebels van. Zelfs Tanner, die toch al veel heeft gezien vond het maar bizar. Dus zijn we verhuisd naar iets dat wat duurder is, maar veel aangenamer. Morgen beginnen we te werken op Deakin campus en we moeten uitgerust zijn aangezien we dagen van 14 uur voor de boeg hebben, maar allemaal voor het goede doel! Zoek maar op, het is echt bangelijk! En nu ben ik veel te moe en ga ik slapen. Als ik wat tijd vind, update ik! Slaapwel!

zaterdag 2 maart 2013

Sydney to Melbourne



Aangezien ik telkens 10 jaar van mijn leven verlies ten gevolge van mijn vliegangst (dat ik nog leef is een waar mirakel) heb ik besloten mijn reis van Sydney naar Melbourne met de trein af te leggen. Ongeveer 13 uur onderweg, van deur tot deur, en tshoekend van boerengat naar boerengat (echt gehuchten waar enkel boeren wonen en ik de gaten van alle mogelijke boerderijdieren heb mogen aanschouwen) maar veel minder stress, glooiende, groene landschappen (als ze niet zijn afgebrand) en de zwaartekracht dichtbij mij.
Heb ik mij verveeld? Niet echt. Want... Vandaag was een mijmerdag en uiteraard is mijmeren iets waar ik graag tijd voor wil vrijmaken. Een beetje zelfkennis opdoen en mij overgeven aan wat het moment te bieden heeft. Als die mevrouw achter mij nu zou stoppen met snurken als de dikke Duitse soldaat uit La grande vadrouille en de man naast mij niet om de vijf seconden zou geeuwen als een leeuw in de hete middagzon zou ik in ultieme vrede verkeren.

Mijn week in Sydney was er vooral één van mensen terugzien, veelal in de gietende regen, ik werd er zowaar nostalgisch van. Ik logeerde bij mijn lieve vriendin Rachel die zo Christelijk is dat ze zelfs in mijn lactose vrije yoghurtje van deze ochtend Jezus zag. Jezus! is mijn reactie dan. Tureluur word ik van die predikerstoestanden en het geloof in een god die een wit kleed draagt en u staat op te wachten aan de poorten van de hemel. Ik heb ook een massieve bijbel cadeau gekregen zodat ik volgende keer mee kan kan doen aan de wedstrijd om ter snelst de bijbel passage opnoemen. Hoe weiger je beleefd een bijbel zonder vrees te branden in de hel? Gelukkig geloof ik niet in de snikhete hel, alleen mijn oplopende lichaamstemperatuur omdat ik met dat ding moet sleuren. God sta mij bij! Ontferm U over ons. Geef mij maar het roddelboekje dat ik voor het opstappen heb gekocht. Pure zonde, idolatrie, blasfemie en geluk, HA!

Maar het is tijd voor een nieuw, liefst iets minder goddelijk hoofdstuk. Morgen begin ik aan een nieuwe job die mij de komende acht weken zoet zal houden. Het bedrijf: Edventure International. Mijn functie: jongeren warm maken om vrijwilligerswerk in het buitenland te gaan doen. Mijn locatie: campussen op een tot nu toe onbekende locatie in Australië, maar stiekem hoop ik op Perth (hoop allemaal maar mee!). Vanaf morgen krijg ik een week training. Op zijn Australisch... At a luxury beach house ergens ten zuiden van Melbourne. Ik weet het, ik weet het, mijn leven is zwaar!
Ik weet niet wat ik moet verwachten, ik weet niet wie ik ga ontmoeten, ik weet niet wat de toekomst zal brengen, maar ik ben relatief vredig, hmm misschien is een weekje Jezus zo slecht niet. Zolang ik mijn brein uitschakel en mij overgeef aan het moment is het leven aangenaam en rustig, accepteer ik de gebeurtenissen en blijft mijn haar zijn pigment behouden, hetgeen uiteindelijk, op het einde van de mooie, warme herfstdag (officieel sinds gisteren) het allerbelangrijkste is...

dinsdag 19 februari 2013

Saai...

Ik loop hopeloos achter met het posten van blogs. Ik schrijf ze wel, maar meestal wanneer er geen internet in de buurt is en dan vergeet ik ze te posten. Bij deze vandaag dus twee! Dit is de twwede, maar die verschijnt boven de eerste dus vandaar deze algemene inleiding! Nu effe copy pasten dan wens ik u veel leesplezier!


Ik heb vandaag, ik spreek zondag 17 februari (ondertussen is het woensdag) in het jaar 2013, de boerderij verlaten om het noordelijke punt van het land eens te onderzoeken. Vier heerlijke kindjes, 1400 runderen die verse worstjes voortbrachten en prachtige landschappen werden ingeruild voor een goedkope mini huurauto die net geen 40 per uur haalt op een valsplat wegdek en vastrijdt in één millemeter zand, maar aan 160 per uur de bergen afracet en rond haar as kan draaien als ik een U turn moet uitvoeren. Maar ik klaag niet, ik klaag absoluut niet! Het is zelfs kei zalig, want ik ben 100 procent vrij. Ik kan plots, zonder aanleiding, gillen van geluk zonder dat iemand zich in een appel verslikt en sterft. Ik kan vanuit het niets remmen en aan 100 per uur een zijweggetje inslaan zonder dat iemand er een schedelbreuk aan overhoudt. Ik kan scheetjes laten zonder dat ik anderen vergas. En ik kan eten met mijn mond open zonder dat ik slaag krijg (smekken kan bijzonder bevrijdend werken, bijna therapeutisch heb ik vandaag ontdekt! Plus eten smaakt er nog lekkerder door.) Maar ik kan ook in eender welke prachtige baai gaan zwemmen (desnoods in mijn blootje want negen van de tien is er niemand) of stoppen voor een ijsje, of vijf ijsjes, of wijn gaan proeven en kopen...
Ik rijd rond tot ik de perfecte overnachting vind, altijd een klein beetje verder en het loont. Momenteel woon ik in een kleine cottage in de wei geschilderd in vrolijke kleuren waar ik dansend kan in rondhuppelen terwijl ik vals meezing met Florence en waar niemand mij scheef bekijkt omdat ik avocado in mijn haar smeer (mijn conditioner is op) en ondertussen alles over de vloer smos en ruik naar guacomole. Tussen spreekwoordelijke haakjes, niet proberen, want die avocado droogt op en wordt bruin, het lijkt dan alsof je een koeienvlaai over je bol hebt uitgesmeerd. Maar die fantastische vruchten kosten hier een euro voor vijf stuks dus ik eet ze en smeer ze elke dag! Ik ga zo dadelijk zien in welke kamers ik allemaal radslagen kan doen zonder ergens tegen te botsen. En morgen doe ik hetzelfde met zonnegroetjes. Aaaah vrijheid, het is een verslavend goedje. Daar komt nog eens bij dat ik mij in het allermooiste land ter wereld bevind, dat is gewoon een feit! Achter de ene hoek een wit strand, achter de andere een turquoise baai, achter nog een andere twee zeeën die tegen elkaar botsen en dan plots glooiende heuvels in alle soorten groen. Ik moet met schaamte bekennen dat de schoonheid op den duur saai wordt. Maar goed saai, aangenaam saai, prachtig saai.
Enfin, morgen ruil ik saai weer in voor een weekje Sydney en dan naar Melbourne! Voor een nieuwe job, daarover later meer. Ondertussen heb ik jullie hulp nodig. Met Pasen heb ik een weekje vrij en ik dacht nog eens op reis te gaan :-). Maar ik weet niet naar waar. Momenteel is het een nek aan nek race tussen Bali, Roratonga of Tasmanië. Jullie input wordt gewaardeerd en tegen dat het zover is kies ik met mijn onschuldige subjectieve hand een winnaar uit die een pakje zal ontvangen uit de winnende bestemming!

Uit de kast komen...

Ik loop nu reeds 28 jaar rond op deze planeet en het is tijd dat ik eerlijk ben tegen mezelf en de rest van de wereld. En wat is daarvoor beter dan een publiekelijk toegankelijke blog? Behalve twitter (maar dat is te kort) of tv (maar ik heb een camerafobie). Ik kom uit de kast!
Ik hoor plots een aantal harten niet meer kloppen, ADEM, ADEM! Maar het is nu eenmaal zo... IK KOM UIT DE KAST! De boerinnenkast. Ik hoop dat ik met mijn bekentenis (ik ben dat woord moeten gaan opzoeken, had bekenning geschreven en dat klonk niet helemaal juist) een aantal onder jullie geen extra grijze haren heb bezorgd (mama, papa), maar heel mijn leven al heb ik het gevoel dat er iets niet klopt, dat ik anders ben dan de doorsnee stadstrut en eindelijk besef ik wat er scheelt. Er zijn altijd tekens geweest: mijn keuze om professioneel in het zand te gaan ploeteren, mijn liefde voor veeteelt en dan vooral hun vlees (hoewel die liefde sinds een half jaar meer en meer is veranderd richting landbouw), de zoektocht naar de beste recepten uit de boerinnenbond kookboek en mijn wekelijkse nood aan boersin (boursin voor de hele tragen onder jullie).
Ik bevind mij nu een kleine week op de Jack boerderij. Meer dan 810 hectare land met meer dan duizend vleesstieren en meer dan 400 melkkoeien. Behoorlijk indrukwekkend. Toen ik hier aankwam was ik semi veganist, met mijn mimimale intake van vlees en mijn intollerantie voor lactose. Een hele week hier en ik ben weer een mega carnivoor en eet elke dag ijsjes (die er 's nachts weer uitkomen). Mijn ijzerwaarden zwingen de pan uit en plots vergeet ik niet meer alles (volgens mijn eigen theorie horen geheugen en vleesconsumptie samen). Heerlijk, puur vlees van de stier in de wei naast het huis is een luxe die maar weinigen van ons gegeven is. Ik eet het graag, vooral omdat ik weet waar het vandaan komt en dat ik zie dat de diertjes een uitstekend leven hebben met enorm veel vers, groen gras op het menu. Zij content, ik content. Alec, de boer en vroeger airhostes, echt waar, heeft net de melkboerderij bijgekocht zonder te weten wat dat inhield. De wetenschap achter boeren is ongelooflijk interessant en het feit dat het zo archaïsch is vind ik buitengewoon, ook al werken ze met technologische snufjes te vergelijken met de borstkolf voor mamas, maar dan voor uiers en met mega zuigkracht. De moeite om eens te zien,
Plots lijkt het mij geen slecht idee mij in te schrijven voor een nieuw tv programma genaamd vrouw zoekt boer. Ik vraag mij af of dat succes zou hebben...

dinsdag 12 februari 2013

Filmpje

Voor zij die even tijd hebben... Ik ben momenteel hier... Perky niet meer...
http://m.youtube.com/watch?v=u9zy5adlWu8
Er zijn echter nog genoeg diertjes! Op dit moment heb ik oogcontact met twee spinnen, drie motten, een gigantische ééndagsvlieg die hopelijk nog maar net aan haar leven is begonnen (anders word ik morgen wakker met een ééndagsvlieg in mijn mond, die meestal openvalt als ik slaap, en ze hangt recht boven mijn smikkel) en de rattenval staat opengesperd voor het gat in de muur, dus ik moet mij geen zorgen maken... Zucht! Dit is het boerenleven. Misschien kan ik mij dan nu kandidaat stellen voor boerin zoekt man?
Aangezien mijn filmpje meer dan 1000 woorden spreekt, kuis ik hier mijn schup af (heb een half uur tikkertje gespeeld met de bengels en een uur trampoline gesprongen, ik ben klaar voor het stort).

vrijdag 8 februari 2013

Coördinatie

Morgen is het zover... Dan ben ik weer ribbedebie. Leuk woord, ribbedebie. RIBBEDEBIE! Het is met gemengde gevoelens. Ron is heel ziek en Rosemary gaat een zware tijd tegemoet. En aangezien ik in een van mijn vorige levens zeker een Santa's little helper of oempaloempa (ook een leuk woord) was wil ik blijven om te helpen. Anderzijds lijkt het alsof de stroom waarin ik mij momenteel bevind mij ergens anders heen wil nemen, dus morgen rijd ik naar Auckland om de dag erna verder naar Kawakawa te reizen richting boerderij. Ik denk niet dat ik ooit een boerin was, dus het wordt tijd dat eens uit te proberen. We zien wel hoe dat uitdraait. Ik houd jullie op de hoogte.
Ondertussen heb ik in de drie weken die ik hier was meer mentale vooruitgangen geboekt dan fysische. Ik denk dat mijn meest noemenswaardige fysische uitdaging was om de dode vogel in de tuin op te rapen. Hij lag er al een paar dagen. Ron vergat hem altijd te verwijderen dus dacht ik maar eens een poging te wagen. Met twee schopjes probeerde ik hem van het gazon te schrapen. Kei moeilijk, aangezien ik geen put wilde achterlaten in het frisse, groene gras. Plus de nek van het dier was stuk dus die bleef niet recht en zijn kopje hing heel de tijd naar de grond en kwam steeds onder mijn schopje terecht. Aangezien ik zijn kop niet wilde verbrijzelen onder mijn schop, of hem er per ongeluk afrukken moest ik mijn opscheppende beweging steeds afbreken waardoor de vogel weer op de grond terecht kwam. Na poging nummer zeven is het dan eindelijk gelukt. Met de schop zo ver mogelijk voor mij uit en mijn ogen toe (terwijl ik een hoog piepend geluid maakte) was het de bedoeling dat ik het diertje achter in de tuin ten grave zou leggen. Helaas stonden er veel bomen en planten in de weg en geraakte ik er niet zonder dat mijn haar vastraakte in de takken van een boom. Ondertussen wiebelde het vogeltje op mijn schop en eer ik bevrijd was uit de klauwen van de natuur en daarbij half mijn manen ben verloren, was ik een beetje opgefokt. Ik dacht de schop dan maar op de meest sierlijke manier de lucht in te zwaaien en de vogel in een mooie boog naar het einde van de tuin te sturen. Zij die met mij in de turnklas zaten weten echter dat ik niet goed ben in het mikken van objecten naar een bepaald doel (met trefbal trof ik ALTIJD iemand van mijn eigen team, dat nota bene ACHTER mij stond) en dat mijn inschattingsvermogen voor afstanden even goed op punt staat als de diplomatieke talenten van Bartje De Wever. Helaas kwam de vogel dus met een knal tegen de tuinmuur terecht alvorens te verdwijnen in de dichte begroeiing. Zowel Rosemary als ik konden een FUUUUUCCCCKKK! niet onderdrukken. Ik heb sorry gezegd en ben dan maar weer naar binnen gegaan om nog wat mentale vooruitgang te boeken, want fysisch is het momenteel gene vette. De onvriendelijke yogalerares waar ik vorige week een lesje ben gaan volgen had dus toch gelijk. Ik ben heel ongecoördineerd.

donderdag 31 januari 2013

De grote K...

Ik ben al een tijdje in Palmerston North, waar ik tien jaar geleden woonde. Al mijn vrienden zijn geëmigreerd naar interessantere oorden, en ik neem het hen niet kwalijk, maar Ron en Rosemary en Warrick, mijn gezinnetje, zijn nog hier. Ik zit goed en ben rustiger dan ik in jaren ben geweest. Maar zij niet... Al een week wachten ze op resultaten van een biopsie van een gezwel in Ron's maag. Vandaag belde de dokter, terwijl ik op de computer was aan het vloeken om te ontdooien. Ik ben opgestaan en weggegaan, want ik voelde mij een indringer en wilde Ron's gezicht niet zien toen hij het hoorde... Kanker...
Rosemary is deze ochtend gaan zwemmen en elke keer ze erna wilde douchen en zich aankleden kwam er iets tussen, telefoon, was, email, kuisen, koken, eten... Ze zat dus na het horen van het vreselijke nieuws in haar badpak (het is zo warm) in de zetel te huilen, met mijn zonnebril op (om haar ogen te verstoppen omdat haar brilglazen binnen niet donker worden en ze alleen maar dat soort brillen heeft). Een onwerkelijk zicht. Ron probeerde haar als een geslagen hond te troosten terwijl hij in de verte staarde en hij leek plots zo oud en klein. Een minuut later schaterde ze om wat Ron's kleindochter op facebook had gezet. Ik probeerde ondertussen buiten de pluisjes die mijn papierenzakdoek op mijn was had achtergelaten te verwijderen en het is zo onwerkelijk, maar het voelde als het nuttigste dat ik ooit heb gedaan. Ook al was de scène zo tragisch, het voelde op een of andere manier zo perfect, zo juist. Ik heb er geen woorden voor en kan alleen maar concluderen dat liefde dit huis overspoelt en zo zelfs de grootste tragedies overheerst. Ron zei mij wat later, terwijl we naast elkaar waren aan het lezen ook plots: 'Het enige dat ik zou missen is Rosemary.' En ik moest haar mijn zonnebril terugvragen.
Deze avond is Warrick, de zoon, komen eten. Het was de meest fantastische maaltijd uit mijn leven, want iedereen was perfect gelukkig, ook al zit er iets vies in Ron's buik, waren Rosemary's ogen roodomrand en wist Warrick geen blijf met zichzelf. Iedereen had moeite gedaan om iets lekkers te maken en Ron had rosé voor mij gekocht ondanks het feit dat naar de supermarkt stappen vreselijk vermoeiend voor hem is. Iedereen lachte en Rosemary had heerlijke fruitsla gemaakt, maar toch zijn Warrick en ik na het hoofdgerecht cheese cake gaan halen voor iedereen omdat Ron erover sprak en zijn ogen oplichtten als zonnetjes. Tegen die tijd had ik al drie glazen rosé op, een aantal onder u weet wat dat betekent (croissants en aaitjes), maar hier is een AS zonder grenzen een nieuwigheid, tot grote hilariteit van mijn gezelschap. En de dag die zo'n surrealistische wendingen had genomen kan alleen maar eindigen in geschater en in mijn geval roze olifanten en een hunkering naar croissants. Het leven is iets raars...

zaterdag 26 januari 2013

As in Nieuw Zeeland

Het is laat, ik ben moe, er vliegen constant twee achterlijke motten tegen mijn lamp en ik wil ze gewoon uitknippen om van dromenland te genieten. Maar het is weer even geleden en als ik het nu niet doe, doe ik het niet. Bloggen dan. 
Ik zit in een nieuw soort flow. Ik kan het moeilijk omschrijven, maar het voelt een beetje als een winterslaap. Raar, aangezien het hier mega zomer is. Zon, warmte, zomerkleedjes, frisse drankjes... Misschien ben ik gewoon helemaal ontspannen en was ik vergeten hoe dat voelt. 
Ik bevind mij in dezelfde omgeving als exact tien jaar geleden, toen ik hier woonde. Hetzelfde huis, dezelfde kamer, hetzelfde bed, dezelfde mensen. Mocht God bestaan, hij zou zien dat het goed is.
Ik ben vorige maandag aangekomen. Zonder stem, want vallingen krijg je ook in de zomer blijkbaar, maar werd meteen in de warme armen van Ron en Rosemary onthaald, mijn gastouders van tien jaar geleden. Dat was in Auckland. Ze hadden mij al verwittigd dat ik een nachtje op de mini zeilboot zou moeten doorbrengen en ik had mij voorbereid op het ergste, alleen om verrast te worden door een super zeiljacht waar ik zelfs in recht kon staan en een bangelijk bed in had. De dobberende boot wiegde mij al snel in slaap. Midden in de nacht echter werd ik wakker door een knetterend geluid (er was een oorstop uitgevallen en waarschijnlijk weer ergens in mijn haar gesmolten). Het klonk als die snoepjes die op je tong knetteren en er wat in pitsen, of een zacht brandend haardvuur. Vuur?! Hysterisch en zonder stem fluisterde ik moord en brand, vooral dat laatste. Ik zag mezelf verbranden EN verdrinken, de twee meest angstaanjagende en tegengestelde manieren om te sterven in mijn hoofd waren als een shampoo en conditioner één geworden. Kon het zijn? Uiteraard niet, ik typ dit niet als de godin waarin ik in mijn volgend leven zal terugkomen. Het was blijkbaar kril. 's Nachts komt kril tot leven en rond de boot spetteren, kleine (sp)etters. 
Uiteraard kon ik niet meer slapen na die mentale NDE. Komt daar nog eens bij dat Ron snurkt en om de vijf voet naar het toilet moest en overal tegenliep (hij is bijna 80 en heeft slecht zicht, is te doof om zijn eigen lawaai te horen en heeft maar een nier, dus ik vergeef het hem), en mijn oorstop vermist werd. Maar ik was zo ongelooflijk gelukkig dat ik ook deze uitdaging weer had overleefd en het leven mij gunstig gestemd was. Ooit wordt hier een film over gemaakt... Memoirs of a drama queen.

donderdag 17 januari 2013

Allemaal beestjes


Eigenlijk, en ik ga open kaart spelen, vind ik al wat leeft buitengewoon fenomenaal... vanop afstand. Hoe minder ik word aangeraakt of benaderd door iets vreemds, of gewoon levend, hoe beter. Een hagedis en slang mogen wezen, maar niet dichter dan 5 meter. Vissen mogen zwemmen, maar niet tussen mijn benen en ik moet ze ten allen tijden kunnen zien. Krokodillen mogen drijven, maar moeten zich koest houden, vogels vliegen er maar op los maar moeten het niet wagen hun kakjes op mij te mikken of voor mijn autowielen te blijven treuzelen en alle zoogdieren mogen bestaan zolang ze mij niet in de weg lopen. Zij die mij heel goed kennen weten dat ik ook menselijke aanraking graag limiteer en dat het dus niets persoonlijks is, ik heb gewoon graag minstens twee meter diameter rond mij vrij van al wat ademt. Met het openbaar vervoer reizen is voor mij een neurotische uitdaging. (Misschien dat de meesten onder u nu begrijpen waarom China zo zwaar was). 
Ik heb mij hier moeten aanpassen. Mijn vrouwelijke collega-archeologen bevonden zich onlangs in Saudie Arabië en moesten er rondlopen als schaakpionnen, wel ik moest mij hier benedenonder aanpassen aan de nabijheid van levende wezens. Hagedissen en slangen liepen mij voor de voeten op Fraser Island, maar ik kwam hen bezoeken, dus zij hadden voorrang. Vissen waren alomtegenwoordig aan The Great Barrier Reef en ik moet zeggen dat ik niet uit het water te krijgen was. Snorkelen, duiken en weer snorkelen omdat die prachtige diertjes in hun prachtige omgeving mij gewoon zo ontroerden. Nogal vervelend, daar mijn duikbril constant aandampte en ik dan knotsenbol deed met andere snorkelaars. Ik moet het toegeven, het is een wondere wereld daar ondiep in de zee. Heel de cast van Finding Nemo tegengekomen trouwens! Het is er zo ongelooflijk dat ik het nog niet van mijn verlanglijstje kan schrappen, gewoon omdat ik nog eens terugmoet.
Ik ben ook krokodillen tegengekomen, in Proserpine river. Nogal impressionant, maar vooral schattig, want er waren veel baby'tjes langs de oever te zien. Ik kan met mijn relatief groot brein nog altijd niet vatten hoe die beesten, met een brein de grootte van een pinda, zoveel ontzag inboezemen. Ze zijn echt alleen gevaarlijk voor dronken Australiërs en consoorten. Omvallende drankautomaten doden per jaar meer mensen dan kroks, slangen en haaien samen in dit land. Dat zijn pas statistieken!
Kangoeroes, de meest absurde en prachtige vogels en rare koeien vullen het lijstje verder aan net als de dieren die zich momenteel rondom ons bevinden. We hebben de kust achtergelaten en bevinden ons momenteel in een paalwoning/boomhut in het regenwoud. Ik ben daarnet de schildpadden gaan eten geven in de rivier en heb drie uur in stilte gewacht op het vogelbekdier dat zou gaan avondeten. Uiteraard moest mijn immer lawaaierige vader het proces vertragen, ik denk dat hij de meest bizarre soort is die hier rondloopt, zeer bedreigd en bedreigend... Maar ik heb dat dier dus gezien. Bij schemer, hetgeen de observatie bemoeilijkte, maar het is zwart, niet zo groot en beweegt zich sierlijk door het water op zoek naar eten.
Over eten gesproken... Onze boomhut is voorzien van een bbq, dus mijn zus en ik waren bbq eten gaan halen. Nadat mijn vader hem na een kwartier aan de praat kreeg en er tijdens dat proces in is geslaagd zijn rechterarmhaar weg te branden alsook zijn hoofdhaar lichtjes te schroeien, man dat stinkt, was ik van hot naar her aan het lopen om het avondeten gereed te maken. Ondertussen was er een posse possums (buidelratten) komen opdagen en waren die de doosjes met vogelzaad aan het openpeuteren en leegeten. Mijn vader vond het belangrijker zijn cameralenzen te switchen om fotos te trekken van het tafereel dan om de dieren te wijzen op het feit dat de zaadjes niet voor hen waren. Ik was dus aan het rennen tussen de bbq en het fornuis om in de potten te roeren en alles om te draaien en was ondertussen een platte banaan aan het schillen om de possums af te leiden van wat niet voor hen was. Handen vol platte banaan, rauwe kip, maïskolfdraden en paprikazaadjes. Laat ons zeggen dat ik meteen na het eten ben ingeslapen. Toen ik snachts naar het toilet moest, ben ik een kikker in de kamer tegengekomen. Ik was te suf om hem naar buiten te brengen, maar de rest van de nacht heb ik niet kunnen slapen uit angst dat hij in mijn bed zou springen. Maar zo verleg ik mijn grenzen dus elke dag een beetje meer!

maandag 14 januari 2013

Het leven zoals het is: Australië


Een aantal dagen geleden, vraag mij niet precies wanneer, de hitte zorgt ervoor dat mijn geheugen nogal snel kortsluit, hebben we heel de dag in de auto doorgebracht. We wilden van Fraser Island helemaal naar Airlie Beach rijden. Een ambitieus project waar we hopeloos in zijn gefaald, allemaal dankzij de ontelbare wegenwerken in dit land van de tweebaanvakautosnelwegen. En daarmee bedoel ik één in elke richting. Als er dus wegenwerken zijn, moeten beide richtingen over een versmalde rijstrook. Over die versmalde rijstrook kan een  Australiër met de gemiddelde buikomtrek van duizenden pinten amper wandelen, laat staan dat er twee auto's over kunnen. Dit probleem wordt opgelost door aan beide uiteinden van de werken een individu te zetten met in de hand een bord met aan de ene kant stop en de andere kant slow. Om de beurt mogen de verschillende richtingen dus over de rijstrook. Net op het stuk dat we dus eens goed wilden doorrijden waren er minstens op 20 plaatsen werken aan de gang en telkens stonden we voor een persoon met een stopbord. Motor af, airco af, smelten van het brein, tien minuten wachten, motor op, airco op, stollen van het brein, kruipend aan een half per uur over de versmalde rijstrook, op naar het volgende bord-mens, die volgens mij nog net voldoende gestold brein over had om het bord af en toe om te draaien. Honderden kilometers zijn we niets tegengekomen, tenzij koeien, hekken, wegplakkaten die ons waarschuwden voor de dood door saaiheid en... wegenwerken. Waar is het bouwverlof als je het nodig hebt? De tocht werd niet opgevrolijkt door knappe surfers, maar eerder onaangenaam verstoord door Australiërs die door mijn zus perfect werden geportretteerd als Britten met een zonneslag.
We hadden al vrij snel door dat we ons vooropgesteld doel niet zouden halen. Aangezien we een paar avonden ervoor kletterende ruzie hadden omdat we pas veel te laat een slaapplaats hadden gevonden was het voor ieder van ons cruciaal voor het vallen van de nacht (zes uur) een bed te bemachtigen. Uiteindelijk zijn we aangekomen in Carmila, een gehucht van 450 inwoners waarvan meer dan de helft werd geplaagd door genetische afwijkingen. Op weg naar de enige pub in Carmila, een mens MOET eten en drinken, passeerden we de grote laan, van 15 m breed (dan kunnen ze plots wel vier rijvakken voorzien) met de bibliotheek van drie vierkante meter, de kerk van vier vierkante meter en het politiekantoor/huis van de enige flik/gevangenis/speeltuin (huh?). Op deze Avenue kwamen we Jeff en zijn maat tegen. Uiteraard moest ik even polsen hoe het was om in Carmila te leven. Niet al te slecht blijkbaar. De mensen met de meeste genetische afwijkingen leefden in de bergen, de flik was streng, hij had Jeff's rijbewijs afgepakt omdat hij dronken achter het stuur had gezeten, in de negentien jaar dat hij er leefde had hij één keer een passagierstrein aan het mini station weten stoppen en dat was wanneer zijn zus erop moest kruipen en de gevangenis werd af en toe gevuld door zwervers... Zwervers? Waren die hier dan? 
Zijn wij zwervers, Jeff? 
Neen, zwervers hebben een groot mes! En hij beeldt met zijn handen ongeveer vijftig centimeter uit. 
Gaan we zwervers tegenkomen als we terug naar het motel wandelen, Jeff? 
Neen, jullie zijn hier super veilig! 
Buiten de mesdragende zwervers en de rare mensen, Jeff?
Schaapachtige glimlach en stilte.
Ik kon de rest van de avond aan niets meer denken dan aan de film Deliverance (niet naar kijken) maar dankzij de afgrijselijke locale rum en de twee pintjes heb ik die nacht als een roos geslapen. Dit mensen, is het echte Australië!

zondag 13 januari 2013

Fraser Island


Donderdag 11 januari had ik het gevoel met twee invaliden op pad te zijn. Geen van beide heeft (tot dusver) een gehandicaptesticker, maar toch had ik op zo een felbegeerd plekje geparkeerd als ik met dit gezelschap in 't stad was gaan flaneren, hoewel van flaneren waarschijnlijk niets in huis was gekomen. Eerder strompelen, of neen kruipen... Op zo een plankje met wieltjes.
Invalide nummer één: mijn vader. Hij bewoog zich voort als een verroeste robot die een trap in zijn edele delen had gekregen en hoestte zich ondertussen de longen uit het lijf, want ja, wie krijgt er nu GEEN angine bij dertig graden? ZUCHT nummer één.
Invalide nummer twee: mijn zus. Ook zij was niet bepaald de elegantie zelve en viel uit elkaar. Opgegeten door zandvliegen met blijnen aan de voeten, bloeduitstortingen op de benen en met pijn wegens het gebruik van spieren die blijkbaar bestaan.
Reden? De dag ervoor had Danaé het lumineuze idee om te gaan wandelen op een eiland waar iedereen met de 4x4 naartoe komt omdat het zo groot en anders vrijwel onbegaanbaar is. Voor wie Danaé niet kent... ze heeft goede ideeën, maar haar lumineuze ideeën zijn negen van de tien desastreus en hebben de mogelijkheid de wereld van licht te ontdoen. Ze had zin in wat lichamelijke beweging (ZUCHT nummer twee) en ging een wandelingetje maken van 12.5 km heen richting een prachtig meer in het midden van het zandeiland, terugkomen zou ze ook wel, dacht ze, ze ging wel zien. Zo gezegd zo gedaan. De dag erna is ze om zeven uur vertrokken met sleffers aan de voeten en een rugzak vol eten en drinken (meer had ze volgens zichzelf niet nodig). Helemaal geëquipeerd om op avontuur te gaan. ZUCHT nummer drie.
Een uur later ben ik uit miserie maar gevolgd, want een 4x4 huren was onwaarschijnlijk duur en het mannetje achter de balie onwaarschijnlijk irritant. Dan wandel ik nog liefst 25km heen en terug dan dat die een cent aan mij verdient. Mijn vader besloot om mee te gaan, nog beter geëquipeerd dan mijn zus... Met een camera, en een aantal extra lenzen. Alles wat een mens nodig heeft voor een trektocht in een tropisch klimaat. ZUCHT nummer vier. Aangezien ik reeds stapdagen van 50km op mijn palmares heb staan weet ik dat 25km een fameuze afstand is. Met een zak met een beetje eten, veel drinken, een handdoek, een sjaal tegen de zon, en een extra paar schoenen zou het wel goedkomen voor mij. 
De tocht was zwaar. In zand, op en neer, in de hitte, over omgevallen boomstammen, onder omgevallen boomstammen met een vader zonder veel uithouding en veel artrose, maar het ging. Eens aangekomen aan het prachtige meer, na 2 uur en 15 minuten, zagen we Danaé liggen. Het moment dat ze ons in het oog kreeg zal ik nooit vergeten. Ze reageerde als een kind dat de Sint tegenkomt in mei. Ze dacht dat we met de auto waren gekomen en haar een lift terug zouden geven. Haar tocht was niet zo vlot gegaan. Verloren gelopen, zonnebril verloren, sleffer stukgelopen, doodsangsten dat ze een roedel dingo's zou tegenkomen... ze had uiteindelijk een lift gekregen nadat ze helemaal verbouwereerd op de weg was gaan zitten eens ze door had dat ze volgens de bordjes nooit dichter dan 6 kilometer bij het meer kwam en dus waarschijnlijk rondjes was aan het lopen.
Het leek mij dat beide wandelpartners niet echt uitkeken naar de terugtocht, maar wat ze missen in avontuurlijkheid hebben ze in overvloed aan doorzettingsvermogen. Ik was blij met mijn extra paar schoenen (helaas ook sleffers) voor mijn zus die op brandend zand liep en geen kik heeft gegeven en mijn handdoek diende als schaduwmaker voor mijn vader, die hijgend, piepend en rood als een tomaat om de vijf minuten zijn tikker opnam. Ik vond het zwaar, maar vooral omwille van de angst dat ik een van beide zou moeten terugslepen op een geïmproviseerde berrie naar de lodge. Nooit ga ik meer met dat duo op pad, maar ik denk dat zij ook nooit meer op pad zullen gaan. ZUCHT van verlichting deze keer.

maandag 7 januari 2013


Aangezien ik net een mailbox vol bezorgde berichten heb geopend, dacht ik het raadzaam even de gemoederen te bedaren. Ik ben gesmolten door een massieve hittegolf noch tot as gereduceerd, hoewel... AS... Daar moet ik nog eens over nadenken in een filosofische bui. 
Gisteren hebben we Sydney verlaten, net op tijd, want het is er nu boven de 40 graden en dat is net iets teveel van het goede. We zijn richting noorden getrokken, want richting zuiden staat alles in lichterlaaie en hoewel warmte wordt geaprecieerd, zijn er toch grenzen. Met de auto zijn we de Sunshine Coast opgereden door bizarre, onwerkelijke, lege landschappen. Boerderijen zoals bij ons met af en toe een palmboom, beetje Dali-achtig, maar ook pareltjes van stranden en baaien. Een gigantische slang is net niet doodgereden, ofwel waren het stuiptrekkingen die ze maakte toen ik achterom keek, maar ik opteer voor net niet doodgereden.
Momenteel zijn we aan het wachten op onze boot naar Fraser Island in een aangename 27 centigraden. Buiten wachten is er geen sikkepit te doen. We hebben overnacht in een trailortrash gehucht waar de prachtigste plekjes, die de receptioniste ons aanraadde, te vergelijken zijn met vervuilde dumpplaatsen van kerncentrales. We zijn dan maar sito presto weggegaan alvorens er een derde oor op mijn bil zou ontspruiten. Komt daar nog eens bij dat het strandje waar we even wilde rusten werd overspoeld door 11 000 jongeren (volgens mij bevinden er zich geen andere jongeren meer in heel de rest van de staat) dus wachten is echt de beste optie. En dan kan ik nog eens wat schrijven.
Aangezien ik mij in een existentiële crisis bevind is het niet altijd even makkelijk ten volle te bevatten in welke paradijslijke omgeving ik mij wel niet beweeg. Het is een uitdaging los te laten wat losgelaten moet worden en mij gewoon over te geven aan de orde van het moment. Alles is steeds in beweging... En blijkbaar moet ik gewoon mee, maar amaai, dat is soms zooooooo moeilijk!
Ik beloof dat de komende berichtgeving iets meer om het lijf zal vatten en misschien meer zal vrolijke noten bevatten, maar voor nu is het salut!